De tekeningen die gemaakt zijn door Tilburgse Molukkers zijn te zien in het TijdLab in de LocHal
In 2019 herdenkt en viert de Molukse gemeenschap het feit dat ze 55 jaar gevestigd is in Tilburg. Het is de Molukse identiteit eigen om verhalen te delen en ze door te geven aan de volgende generatie. Al die bijzondere verhalen, kun je die ook tekenen? En kunnen zij dit ook zelf doen? Jazeker!
In drie middagen van drie uur tekenden maar liefst drie generaties over hun heden en verleden. Onder begeleiding van kunstenaar Hoi-Shan Mak gingen zij aan de slag op de digitale tekentablets van Vincents Tekenlokaal. Maar ook met houtskool op papier. Dat leverde hele mooie tekeningen op met bijbehorende verhalen. Een selectie uit de resultaten is te zien in deze expositie in het TijdLab. En om de tekeningen en verhalen te blijven delen en door te geven, gaat Hoi-Shan een boek samenstellen met de tekeningen en hun kunstenaars!
De Molukse geschiedenis
In september 1964 kwamen de eerste Molukse gezinnen naar Tilburg, nadat ze een aantal jaren in kampen hadden gewoond, zoals Woonoord Lunetten in Vught. De Molukkers, in 1964 door gemeente Tilburg omschreven als ‘Ambonezen’, kregen woningen toegewezen in de Kornalijnhof, de Azuurweg en later in de Tartinistraat in Tilburg-Noord.
De Molukse wijk in Tilburg is één van de veertig overgebleven woonwijken (oorspronkelijk waren het er ruim 70) die begin jaren zestig gebouwd zijn. De Nederlandse overheid liet deze verspreid over Nederland speciaal bouwen voor Molukse beroepsmilitairen en hun gezinnen. Molukkers zijn de enige bevolkingsgroep in Nederland met eigen wijken.
Verhalen, voorwerpen en portretten van Kim Pattiruhu
Onderzoekend fotograaf Kim Pattiruhu verzamelde de afgelopen maanden persoonlijke verhalen, bijzondere voorwerpen en meer dan 60 portretten. Ook dit is te zien in het TijdLab van de Bibliotheek LocHal. Om zo het verhaal te vertellen en het gezicht te tonen van de Molukse gemeenschap in Tilburg anno 2019.
Voor Tilburgers is dit een manier om kennis te maken met de Molukse identiteit. Want het blijkt dat hun verhaal nog relatief onbekend is. Daarnaast is dit een kunstzinnige uiting om verhalen uit te wisselen tussen de verschillende Molukse generaties.
Prauw van Hoi-Shan Mak
De Tilburgse Molukkers in de leeftijd van 4-70 jaar hebben samen met kunstenares Hoi-Shan Mak een serie zelfportretten gemaakt. Deze laten een gevarieerde, kleurrijke groep mensen zien die sterk met elkaar verbonden zijn door hun cultuur en afkomst. Ergens in het midden van de Molukken en Tilburg is hun thuis. Door samen te werken, eten en leven gaan ze vooruit in het leven, net als een prauw.
De Prauw is een soort boot die veelal in de wateren rondom de Molukken gebruikt wordt. Vissen is een bron van inkomsten en omdat de eilanden ver van elkaar liggen is de prauw erg belangrijk voor communicatie en handel. De prauw heeft een centrale rol in de gemeenschap en er zijn bijvoorbeeld dorpspleinen in de vorm van de boot. In het TijdLab is een metershoge prauw van papier en houtskool te zien tijdens de expositie die de veerkracht en verbinding van de gemeenschap symboliseert.
Filmpje opbouw van de prauw in TijdLab
Praktische informatie expositie
De expositie is in het TijdLab te bezoeken vanaf 18 september.
Op 18 september, van 14.00 tot 17.00 uur, is Kim Pattiruhu in het TijdLab aanwezig tijdens een feestelijke middag waarbij zij haar verhaal over de expositie deelt. Ook kan er deze middag worden deelgenomen aan de inloop workshop ‘Molukse strijderszakdoek’.
Op 1 oktober is er een VerhalenCafé waarbij Tilburgers van Molukse afkomst voorwerpen meebrengen die zij belangrijk vinden voor hun geschiedenis.
Deze expositie is van 18 september tot en met 13 oktober te zien in het TijdLab en is gratis toegankelijk tijdens de reguliere openingstijden van de LocHal. De expositie is onderdeel van het programma ’55 jaar Molukse gemeenschap in Tilburg’, georganiseerd door het TijdLab (Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg) in samenwerking met Kim Pattiruhu, Hoi-Shan Mak, Vincents Tekenlokaal en de werkgroep Maluku Tilburg. Dit project is mede mogelijk gemaakt dankzij Stadsmuseum Tilburg en Erfgoed Tilburg.